Scripties 2013
Strategische Portefeuillesturing
Marjolein Gijselaers
Tiasnimbas Businessschool
December 2013
Masterstudie Real Estate over strategische portefeuillesturing bij de gemeente Maastricht..
Inhoud: Onderzoeksvraag was: Middels welk model voor strategische portefeuillesturing van de gemeentelijke vastgoedportefeuille kan bepaald worden of de gemeentelijke vastgoedportefeuille een bijdrage levert aan de gemeentelijke organisatiedoelstellingen?
Atlas voor de basischolenbouw van de toekomst
Masterstudenten ArtEZ interieurarchitectuur
November 2013
Een case studie naar het interieur op basisscholen.
Inhoud: . Na de aanvankelijke theoretische fase van onderzoek en (daarna) scholenbezoek is een atlas gemaakt die, naar de studenten hopen, in de praktijk de creativiteit van de scholenbouwers zal stimuleren.
Voorwaarden voor een succesvolle vastgoed regie-gemeente
Gert Zwaal
Tias Nimbas Businessschool
November 2013
In deze scriptie is de volgende onderzoeksvraag geformuleerd: Wat moet een gemeente doen om een succesvolle vastgoed-regiegemeente te worden?
Inhoud: Daarvoor worden in de scriptie een aantal deelvragen onderzocht en beantwoord:
- Waarom hebben gemeenten eigen vastgoed(beheerorganisaties)?
- Wat is vastgoedmanagement. Wat zijn de ontwikkelingen op het gebied van gemeentelijk vastgoedmanagement?
- Wat is regie? Wat is een regiegemeente? Waarom wil een gemeente 'regiegemeente' worden?
- Voor welke taken, activiteiten van vastgoedmanagement geldt dat deze in eigen hand moeten blijven? In het onderzoek is hiervoor een afwegingskader ontwikkeld.
- Welke effecten heeft het zijn van een regiegemeente op vastgoedmanagement?
- Hoe kun je als gemeente blijven sturen op vastgoed? Welke (rand)voorwaarden moeten op welke wijze worden ingevuld om als regiegemeente succesvol te kunnen zijn? Daarvoor zijn in de scriptie de (rand)voorwaarden uitgewerkt in het 7S-model van McKinsey
José Nederhand
Erasmusuniversiteit Rotterdam, Faculteit Sociale Wetenschappen
September 2013
Een vergelijkende case study naar de invloed van gemeentelijke sturing op de condities van zelforganisatie bij het opstarten van wijkondernemingen.
Inhoud: Uit het vergelijkende onderzoek blijkt dat de overheid altijd een bewuste of onbewuste invloed uitoefent op de zelforganiserende processen. In hoeverre men deze processen dus ook werkelijk zelforganiserend mag noemen is de vraag. Zelforganisatie en sturing zijn communicerende vaten. Verder is uit dit onderzoek naar boven gekomen dat bottum-up sturing meer menskracht vergt dan top-down. En tenslotten blijft er in gemeente, zolang er sprake is van een representatieve democratie, altijd sprake van een wisselwerking tussen bottum-up en top-down. Daarin dient een goede balans te worden gevonden.
Eva van Bunningen
Technische Universiteit Eindhoven, faculteit Bouwkunde
Augustus 2013
Een case studie in landelijke gemeenten in Noord-Brabant, Nederland.
Inhoud: Steeds meer regio's in Nederland krijgen te maken met demografische krimp. Daardoor neemt ook het draagvlak voor voorzieningen af en dreigt sluiting, wat tot weerstand leidt. Bewoners en raadsleden willen het voorzieningenniveau graag overal in stand houden. Concentratie van maatschappelijke diensten zou een oplossing kunnen zijn. Dit afstudeerrapport geeft inzicht in de eventuele (financiële) consequenties daarvan.
Regie op de stenen, het vinden van de juiste balans.
Harmen Meerbeek
Amsterdam School of Real Estate
Augustus 2013
Onnderzoek naar gemeentelijk vastgoedmanagement in een regiegemeente
Inhoud: Het onderzoek richt zich op de vraag welke afwegingen voor vastgoedstrategie belangrijk zijn met het oog op de transformatie naar een regiegemeente en hoe de professionalisering van het vastgoedmanagement een bijdrage kan leveren aan deze organisatiedoelstelling. Een praktijktoetsing met vier experts uit het vakgebied en drie medewerkers van gemeenten bracht aan het licht dat de interne mogelijkheden binnen een gemeente (mensen, middelen, cultuur en structuur) momenteel de grootste bedreiging vormen. In dat licht worden een aantal aanbevelingen gadaan.
Redevelopment of redundant military defense sites
Albertine Tjeenk Willink
Universiteit van Amsterdam Urban and Regional Planning
Augustus 2013
Collective action between strategies of Central Government and local actors using a networkapproach.
De herontwikkeling van militaire terreinen is een complex vraagstuk dat veroorzaakt wordt door verschillende actoren, inzichten, belangen, en bezuinigingen. Hoewel het een internationaal probleem is, is het vrijwel niet onderzocht.
Deze scriptie levert een bijdrage aan de kennis en begrip over de herontwikkeling van militaire terreinen. Het onderzoek is gebaseerd op de netwerkbenadering. Om de informatie te analyseren en te verzamelen zijn vijf componenten gebruikt. Veel terreinen zijn verkocht om natuurgebieden te ontwikkelen of voor andere ruimtelijke doelen, hierdoor waren maar weinig terreinen bruikbaar voor dit onderzoek. Er zijn twee relevante casussen om te gebruiken voor een multiple case study te weten de Marine Etablissement in Amsterdam en de Kromhoutkazerne in Utrecht. Hierbij werden interviews, en beleidsdocumenten gebruikt als data om te analyseren.
Een belangrijke conclusie is dat de overheid alleen participeert wanneer dit strikt noodzakelijk is.
Omdat de casussen zo verschillend zijn, kunnen er maar een aantal generalisaties worden gemaakt. Deze scriptie bevestigt de validiteit van de netwerkbenadering. De belangrijkste conclusie van het rapport is dat de overheid alleen participeert wanneer dit strikt noodzakelijk is. Er is geen vanzelfsprekende samenwerking tussen de partijen.
De huisvesting van jongerenwelzijnsorganisaties geoptimaliseerd
Anton van Assen
Real Estate Management & Development
Juli 2013
Een stappenplan om de efficiëntie en de effectiviteit van de huisvesting in kaart te brengen.
Inhoud: Jongerenwelzijnsorganisaties zijn tegenwoordig genoodzaakt om bedrijfsmatiger te werken. Ook met betrekking tot het vastgoed wordt er een meer bedrijfsmatige manier van werken verwacht. Dit vanwege de ontwikkelingen die gaande zijn bij de stakeholders van jongerenwelzijnsorganisaties, onder andere met betrekking tot het ondernemingsvastgoed. Hierdoor is het vastgoed van een jongerenwelzijnsorganisatie veranderd van een risicoloos object naar een strategisch productiemiddel. In dit onderzoek is een stappenplan ontwikkeld waarmee een jongerenwelzijnsorganisatie haar eigen huisvesting kan analyseren en optimaliseren. Het stappenplan stuurt hierbij op zowel de efficiëntie als de effectiviteit van de huisvesting.
Kind-centra(al) in onderwijshuisvesting.
Gerike Ritsema
Scriptie MSRE
Juni 2013
Inhoud: Een onderzoek naar bestaande onderwijshuisvesting in relatie tot integrale kindcentra. Schoolgebouwen nemen een steeds belangrijker plaats in, in het leven van kinderen.Dit is een stijgende trend,mede door de steeds verder gaande combinaties tussen onderwijs en opvang.Vaak verblijven kinderen langer in een school-en/of opvanglocatie dan hun ouders op kantoor. Het is daarom van belang dat de architectuur van buiten- en binnenkant van het gebouw aantrekkelijk is en past bij de belevingswereld van kinderen.
Conclusie: De stormachtige ontwikkelingen in het onderwijs hebben de realiteit in de huisvesting ingehaald. Er zal de komende jaren veel moeten worden geinvesteerd om de huisvesting van het onderwijs congruent te maken met de inhoudelijke vorm.
Bruikbaarheid: Het is een uitgebreide studie met veel relevant materiaal. Vooral interessant zijn de hoofdstukken 5 en 7 die inhoudelijk ingaan op de vraag wat de knelpunten zijn van het huisvesten van IKC's in bestaande schooolgebouwen.
Maatschappelijkvastgoed: en nu?
Elisa Souverein
Vastgoedkunde, RU Groningen
Maart 2013
Inhoud: De doelstelling van deze scriptie is een afwegingsmodel te ontwikkelen waarmee corporaties kunnen bepalen hoe rendabel maatschappelijk vastgoed is. De centrale vraag in deze scriptie is: Hoe ziet een afwegingsinstrument eruit?
Conclusie: Het afwegingsmodel werkt. Het scoort:
- hoog op transparante over investeringsbeslissingen, duidelijk en herkenbaar, effectieve relaties, organisatorische controle en versneld problemen oplossen;
- laag op besluitvormingsproces en automatisering.
Beoordeling bruikbaarheid:
Voor een afstudeerproject heel prima. Voor de dagelijkse toepassing niet zo bruikbaar. Het afwegingsmodel is een poging om appels bij peren op te tellen en komt technocratisch over. De kwalitatieve/subjectieve weging (zoals in een Multi Criteria Analyse), roept meer vragen op dan het antwoorden geeft. En dan is er ook nog een hele waslijst van indicatoren die niet vergelijkbaar zijn en waar overlap in zit (bijvoorbeeld: leefbaarheid en indirect effect).
Als checklist is het model wel bruikbaar. Vooral schema op blz 43 spreekt aan.
Het gaat in de praktijk uiteindelijk meer om het gesprek dan de uiteindelijke score. En als checklist voor dat gesprek zouden de items net iets meer uitgebalanceerd moeten zijn.